De zon was verdwenen. De zwarte wolken hadden hem opgezogen. De lucht was ook donker geworden, zo donker als Shetan het fijn vond. Hij was een slechte hengst die dolgraag bij de slechte kudde kwam. Hij had dan ook gehoord dat de leider van die groep hier was. Hij heette Negmani ofzo. Hij wist het niet. En de naam van de kudde wist hij ook niet. Maar dat maakte volgens hem niet uit. Want hij vond dat slecht slecht was. Hij hinnikte in de hoop dat de hengst hier was. Hij hinnikte voor alle zekerheid nog een keer. Misschien had de hengst hem de eerste keer niet gehoord. Hij hoopte dat de hengst hem daardoor geen arrogant tiepje zou gaan vinden. Hij was misschien wel wat arrogant, maar hij had vroeger erger ontmoet.
Shetan begon zich onderhand te vervelen en keek om zich heen of er wat leuks te doen was. Hij zag een bruin - groen gevlekte kikker lopen. De kikker zag hem ook en blaasde zijn kaak op. Shetan zag de ogen van de kikker vergroten en vergroten. Hij vond het eng en dat was mooi ook. Ineens haalde Shetan met zijn hoef uit naar de kikker.
