Portos liep rustig door het oude woud. Zij zuchtte eens diep. Wat was het lang geleden dat zij slecht had gedaan. En ze verlangde onderhand wel weer is naar een vriendje. Natuurlijk wel een slechte. Ze had de laatste tijd vaak geruchten gehoord over een slecht paard, Megami, dat de leider was van de slechte kudde. Ze had er vaak over nagedacht en had besloten om een poging te doen om lid te worden van de kudde. Daarom liep ze in het oude woud. Iedereen had Megami hier het laatst gezien.
Ineens struikelde Portos. Ze keek naar haar benen en zag dat haar linker voorbeen was opengehaald aan een scherp tak. Het deed pijn. Portos probeerde op te staan. Maar het kostte veel moeite, dus bleef ze liggen. Ze kreunde. Het deed haar veel pijn. Haar hoofd begon te bonken. Ze voelde zich duizelig worden. Ze gaf een zucht. Portos voelde zich bang worden. Ze rook namelijk dat er een ander paard in haar buurt was. En ze kon zich niet verzetten. Dus ademde ze diep in en gaf ze een keiharde hinnik. Ter hoop dat Megami zou komen om haar te helpen.